dinsdag 5 oktober 2010

Gevaarlijke nieuwsgierigheid



Gevaarlijke nieuwsgierigheid
Er zijn mensen en overheden die beweren dat de maatschappij mensen nodig heeft met lef, enthousiasme en creativiteit, nieuwsgierigheid en passie, en ook risicobereidheid. Kortom: kunstenaars, ondernemers, wetenschappers en ontdekkers. Joost Conijn in allerlei soorten en maten. Die kwaliteiten zijn nodig in een open en onzekere samenleving, waarin veel verdwijnt en veel dus ook opnieuw ontdekt en vormgegeven moet worden.


De tijd van de volgzame cito-types is voorbij, de kennis van vroeger is vaker een handicap. Uitvinders hebben we nodig, zoals Edison die duizenden fouten maakte en stommiteiten beging, voordat hij het juiste materiaal vond voor de gloeilamp. Duizend keer faalde hij en dat is goed, daarom moeten kinderen leren vallen, zo vaak als ze kunnen. Falen en mislukken: geen doorlopende leerlijn maar een onophoudelijke valpartij, dan leer je iets.
SLO heeft een bijzondere training ontwikkeld die scholen (team en directie) niet extra belast maar meeneemt in een goeddoordacht avontuur, wat onderwijs in feite is. ‘Ondernemend onderwijs’ heet deze training, en dat is iets anders dan koekjes maken met de bakker en die gaan verkopen op straat. Welke mensen hebben we nodig over tien, twintig jaar? Een basisburger mag er ook zijn, maar verder? Mensen die geleerd hebben om risico’s te nemen, ondernemende kinderen die hebben leren vallen en falen zonder straf. Dat is andere koek. De training maakt een toch al goede school ongewoon beter.

De kleine kapitein en Joost Conijn


Juist de kinderen die durven vallen en falen zullen van belang zijn voor de toekomst, zolang ze goed begeleid worden. Het koppige kind dat zich niet invoegt en aanpast, en knutselt en prutst en mislukt en nog eens valt, en iets wil wat niemand lijkt te snappen, als een kleine kapitein of Joost Conijn door de wereld navigeert op zoek naar avontuur, spel en betekenisvolle ontdekkingen.

Wat zo’n kind zal ontdekken is niet te voorzien. En dat is precies de mentaliteit die nodig lijkt te zijn. Dat het niet te voorzien is. Dat er geen toets is of het juiste antwoord. Hoe maak je een uitdagende leeromgeving voor zo’n kind, en hoe leg je de brave scorejagers uit dat het niet gaat om wat je goed doet, maar om wat je fout doet?

De school blijft de veilige haven die het altijd was, maar is als haven ook een spannende plaats om nu al op avontuur te gaan. Nu, en niet na het eindexamen. Daar gaat de slo-training over: laat die buitenwereld de school binnendringen, en andersom. Een school is kostbaar en daarom beschermd gebied, en dat inspireert. Wat daarbinnen gebeurt wil iedereen: leren en spelen en ontdekken. De leraar of docent is niet de brave havenmeester of de betrouwbare loods die containers vol kennis in- en uitlaadt, die gaat gewoon mee op avontuur, de kliffen omzeilend in een wereld vol nieuwe ervaringen, zonder kaart soms maar wel in vertrouwen en verbinding met de leerling.

Stoere scholen maken fouten
Scholen worden fout, stoer, creatief en ondernemend. Hier wordt de toekomst gemaakt! Zo’n zelfbewustzijn is nodig. Een school is een vrijplaats, een kweekvijver van een nieuw soort denken en handelen. Om te beginnen leren leerlingen daar vallen, falen, fouten maken. Dat is zo ongewoon voor het reguliere onderwijs. Er zullen steeds meer scholen komen die de goed/fout cultuur zullen ontstijgen, die laten zien hoe het anders kan, waarom het zo leerzaam is om te kunnen vallen en falen, om dwars door de angst heen te gaan, weer op te krabbelen na een beenbreuk of kapotte kin. Angst is geen goede leermeester, een botbreuk wel.
Die toekomstgerichte mentaliteit van durven, grensverleggen, creativiteit, je hart en talent volgen, is iets wat volwassenen van nu niet hebben geleerd op school. Ook in de volwassen wereld wordt niet zo makkelijk gevallen, integendeel, daar probeert iedereen zich juist krampachtig en kunstmatig staande te houden, zonder al teveel plezier en spel en lef. Veel volwassen hebben hun verbeelding en lef uitbesteed. Aan kunstenaars en ondernemers, wetenschappers en ontdekkingsreizigers. Daar komen nu bij: de kinderen en jongeren die de toekomst zullen maken, en de scholen die zich zullen ontwikkelen tot broedplaatsen van deze talenten. Met een zelfvertrouwen waar de omgeving met haar ingesleten gewoontegedrag en grote woorden wat stil en ongerust van wordt: hebben we iets gemist, missen we de boot?Mijn kind zeilt me zwaaiend voorbij met een omgebouwde windturbine, en lacht om de vraag: heb je je huiswerk al gemaakt. Nee, geen huiswerk: ik ben op weg naar mijn levenswerk.

Leon Muilwijk

Geen opmerkingen:

Een reactie posten