donderdag 23 juni 2011

Samenwerken 3.0

Op 24 mei organiseerde EDU-ART een EDU-ART ACADEMY met als onderwerp Samenwerken 3.0 Voor de bijeenkomst, in de vorm van een High Tea bij de Kookplaats in Arnhem, vroegen wij CRE-AID om een lezing te houden en een oefening in samenwerking te doen.


In duo's van adviseur en klant komen de deelnemers binnen. Yvonne Drissen leidt in.


Na het inspirerende verhaal door Wim Kuper in een gefingeerde race tegen de klok over samenwerking tussen verschillende disciplines, het verband tussen moeten en willen en kunnen en mogen werd de zaal in groepen verdeeld.

We gaan kleien. Iedereen krijgt van Karin Timmerman eenzelfde hoeveelheid klei uitgedeeld. Een oefening in non-verbale communicatie. De groep wordt uitgedaagd om zonder verbaal iets te zeggen naar eenzelfde eindresultaat toe te werken. De oefening maakt heel snel duidelijk wie een leider en wie een volger is. Wie snel gefrustreerd raakt of wie overal mogelijkheden in ziet. Maar ook wie het proces belangrijker vindt dan het resultaat. Er is geen goed of fout, maar zo kom je veel te weten over de werkwijze van jezelf en anderen en de sterke en zwakke punten in een proces.
Hierna een fotoreportage van Titia Lefers die het proces aardig in beeld brengt.

 
Een ketting!

Een vaas!

Klaar!




Wim en Karin  vatten een en ander op een flap samen.


Daarna nazit in afwachting van een volgende EDU-ART ACADEMY.
Een blind date.

maandag 23 mei 2011

Scherven brengen cultuur



De eerste tekenen dat er iets bijzonders ging gebeuren in de parkeergarage Het Loo kreeg ik van de winter mee toen ik het nieuwe Amphion bezocht. Flarden van dichtregels zag ik op de rode muren voorbij komen: ‘Alles wat zou gebeuren was er altijd al…’ en ‘Dit is niet op zolder gevonden maar in de grond…’, beginregels van gedichten van Esther Jansma. En ook heel bijzonder: ik ervaar geen eng bunkergevoel. Dankzij binnenvallend daglicht en goed afgebakende parkeerhavens en voetgangersgangen voelt de mens zich er veilig; Hoe is het mogelijk? Een verademing.
Het kunstwerk heeft heel wat voeten in aarde gehad. Letterlijk. Het is gemaakt met archeologische vondsten uit de grond van Doetinchem. Scherven uit Romeinse tijd, de Middeleeuwen en nog weer later zijn als een legpuzzel in elkaar gelegd. De argeloze voorbijganger ziet eerst brokstukken en geen verband. In een cynische bui zou hij er de culturele kaalslag, veroorzaakt door het huidige kabinet, erin gevisualiseerd kunnen zien. Maar wat schetste mijn verbazing toen ik het kunstwerk zijn ware gestalte zag krijgen.

De op honderdtwintig roestvrije staken van staal gemonteerde keramieke brokken vormen een zogenaamde anamorfose. Door op een bepaalde plek te gaan staan en mijn ene oog dicht te knijpen zie ik een figuur ontstaan. Het lijkt wel fijn geschilderd, dankzij de verschillende kleuren en texturen van de scherven. Goede kunst geeft langzaam zijn geheim prijs: als men vanaf de loopbrug door het magische gaatje onder een speciale hoek naar beneden kijkt ziet men de afbeelding van een zogenaamde zakheilige ontstaan. Een 18e eeuwse talisman die in de buurt is gevonden. Een kleinood van nog geen 2,8 cm hoog en 1 cm breed. Het stelt Franciscus van Assisi voor. Dat om exact te zijn gevonden is op 51˚ 58’ 13’’ N.B. en 6˚ 17’ 12’’ O.L. Dat is daar in de buurt, niet ver van de kruising Ruimzichtlaan met de Frielinkstraat. De beeldende kunstenaar Cornel Bierens heeft het allemaal precies genoteerd in graden, minuten en seconden noorderbreedte en oosterlengte. De notities zijn te volgen op de gemeentelijke webstee. Alles valt in elkaar, een pracht werk. 


Als ik de garage uitloop lees ik in een vitrine de twee gedichten van archeologe Jansma nu helemaal. De scherven hebben hun derde leven gekregen. Weer onder de grond, nu in parkeerdek  -1 en -2. Alles klopt; poëzie, beeldende kunst, architectuur, archeologie hebben elkaar gevonden. De veroorzakende zakheilige zelf staat in een reliekschrijn tegenover het kijkgaatje in pure schoonheid mooi te wezen. Komt dat zien!

Lees ook: De Gelderlander | Zakheilige kleurt parkeergarage Het Loo


dinsdag 17 mei 2011

Filosoferen met kinderen over kunst

Filosoferen met kinderen over kunst voor scholen en culturele aanbieders


Filosoferen is een prachtige manier om kinderen te laten nadenken over vragen die kunstwerken oproepen. In de galerie, een museum of in de klas, filosoferen over kunst kan overal. Aan de hand van een beeldend kunstwerk gaan leerlingen filosoferen en het leuke is, iedereen kan het! In samenwerking met Kunstbalie heeft EDU-ART de dvd Filosoferen met kinderen over kunst gemaakt. Daarop is een aantal inspirerende filosofische gesprekken te zien o.a. bij het Kröller-Müller Museum, Museum de Pont en in de klas. Op de dvd zijn gespreksleiders te zien die zelf een training hebben gehad van kinderfilosoof Marja van Rossum van Groot Denkraam. Als vervolg op de dvd gaan binnenkort twee pilots van start onder begeleiding van EDU-ART. Een pilot in Museum Nairac te Barneveld en een pilot in galerie Espace Enny in Laag Keppel.

'Filosoferen met kinderen over kunst' hoe werkt dat?
Door de gespreksleider wordt een beeldend kunstwerk geselecteerd wat als uitgangspunt dient voor het filosofische gesprek. De leerlingen gaan eerst het kunstwerk goed bekijken en vervolgens wordt door de gespreksleider een filosofische startvraag gesteld. De kinderen worden uitgenodigd tot deelname aan een open gedachtewisseling. De gespreksleider luistert, vraagt door en houdt het gesprek dicht bij de belevingswereld van de kinderen, hij verduidelijkt interessante opmerkingen zodat ook andere kinderen hierop in kunnen gaan. Op de dvd is te zien dat kinderen erg leuke en pakkende reacties hebben op de kunstwerken. De visie en het gevoel van de kinderen komen goed tot hun recht, waardoor mooie gesprekken ontstaan. Zowel de kunst als het filosofisch gesprek kan voor de kinderen een scala aan nieuwe ideeën, gezichtspunten en mogelijkheden blootleggen.
Het filosofisch gesprek kan zowel op school met een kunstwerk in de klas, als in een culturele instelling (galerie, museum, kunstuitleen etc.) plaatsvinden.

Filosoferen over kunst als startpunt voor een 'Creative partnership'
Een filosofiegesprek kan eenmalig plaatsvinden, maar het kan ook worden ingezet bij een partnerschap tussen een school en een culturele aanbieder (bv: galerie, museum, kunstuitleen of beeldend kunstenaar). Het betreft namelijk een educatieve activiteit die voor lange termijn inzetbaar is. Elke ontmoeting biedt immers een nieuwe invalshoek voor een filosofisch gesprek. Zowel voor een culturele aanbieder als voor een school kan het interessant zijn om een langdurige samenwerking op te bouwen. Zo'n Creative partnerschip zorgt voor een goede afstemming op elkaars wensen en visie op cultuureducatie. Deze vorm van cultuureducatie is geschikt voor culturele instellingen die op een eenvoudige manier een goed educatief product met kwaliteit en diepgang willen bieden aan het onderwijs, zonder veel voorbereidingstijd te investeren. We denken bijvoorbeeld aan galerieën, kunstinitiatieven, kunstuitlenen, kunstmanifestaties, openbare kunstroutes, ateliers en bibliotheken met expositieruimtes. Onze verwachting is dat Filosoferen met kinderen over kunst een vorm van cultuureducatie is die goed bij instellingen zoals de bovengenoemde zou kunnen passen, omdat:
• Het toepasbaar is bij elke tentoonstelling met beeldende kunst: schilderijen, foto's, beelden, installaties, maar ook bij kunst in de openbare ruimte.
• Het vergt weinig voorbereiding en is daarom last-minute inzetbaar, wat handig is in bijvoorbeeld een galerie of expositieruimte waar de tentoonstellingen vaak wisselen.
• Er weinig geïnvesteerd hoeft te worden, eenmalig bijvoorbeeld een training in filosoferen met kinderen over kunst, daarna heeft u altijd goed educatief aanbod in huis voor het onderwijs.
• Het toepasbaar is voor meerdere doelgroepen (filosoferen is niet alleen leuk voor kinderen maar ook voor volwassenen!).

'Filosoferen over kunst' interessant voor uw school?
EDU-ART hoopt scholen en culturele aanbieders op het gebied van beeldende kunst enthousiast te maken voor het filosoferen met kinderen. Met name scholen en instellingen die in meer landelijk gebied liggen, want daar is weinig educatief aanbod op het gebied van moderne en hedendaagse beeldende kunst. Het zou een meerwaarde hebben als onderwijs en culturele instellingen op deze manier in hun eigen omgeving met elkaar kennis maken. Lopend of op de fiets naar bijvoorbeeld een galerie in de buurt van de school is wel zo praktisch en erg leuk bovendien!Het filosoferen over kunst sluit goed aan bij authentiek leren en ervaringsgericht onderwijs, want filosoferen gaat uit van de gedachten en ervaring van het kind zelf. Daarnaast leent het filosoferen zich ook goed voor de Brede School.


Wilt u ook filosoferen met kinderen over kunst?
We realiseren ons dat er behoefte kan zijn aan scholing op maat. Deze willen we mogelijk maken op basis van behoefte. EDU-ART adviseert u graag over de mogelijkheden die het best bij uw school of instelling passen. Bijvoorbeeld de mogelijkheid om een training te volgen tot filosofisch gespreksleider of om expertise van een kinderfilosoof in te zetten voor het gesprek. De ene galeriehouder of leerkracht zal misschien zelf getraind willen worden om een filosofisch gesprek te kunnen voeren en de ander prefereert wellicht expertise van buitenaf.
Daarvoor, en voor vragen over dit project kunt u contact opnemen met Rose Figdor, adviseur EDU-ART. Email: r.figdor@edu-art.eu, telefoonnummer: 06 10 68 15 05.

De DVD
De dvd Filosoferen met kinderen over kunst is te bestellen bij het Kröller-Müller Museum. Voor niet-Gelderse instellingen bij Kunstbalie in Tilburg. De dvd geeft een beeld van hoe filosofiegesprekken eruit kunnen zien en is bedoeld om te inspireren, het is geen instructie dvd. We laten hem u graag zien om hierover met u in gesprek te gaan.


dinsdag 7 december 2010

Durph

Aardappel anders



‘Kunnen leerlingen van het voortgezet onderwijs, samen met een kunstenaar, een van haar onderzoeken in jongeren taal verbeelden?’

Deze vraag stelde Wageningen UR (University and Research centre) aan Lidwin van Grunsven, adviseur bij EDU-ART en zij zag direct mogelijkheden. Begin 2009 bracht zij de Wageningse onderzoekers in contact met het Dominicus College in Nijmegen. Het resultaat zijn drie prachtige filmpjes die voor zeven leerlingen als profielwerkstuk meetelden voor hun eindexamen.


Achtergrond

Phytophtora is een beruchte ziekteverwekker die in korte tijd volledige aardappeloogsten kan vernietigen, met name in ontwikkelingslanden. Deze ziekteverwekker wordt in industriële landen met chemische middelen bestreden. Aardappelrassen kunnen echter met genetische modificatie op effectieve wijze resistent gemaakt worden. Wageningen Universiteit and Research centre doet hier al jaren onderzoek naar en maakt hierbij gebruik van genen van wilde aardappelsoorten die al resistent zijn. Voor meer informatie zie http://www.durph.nl/ Maar genetische modificatie is omstreden. Daarom willen de Wageningse onderzoekers laten zien wat ze doen, hoe ze dat doen en waarom. Liefst in zo’n eenvoudig mogelijke taal. Onderzoeker Bert Lotz kwam met het idee om leerlingen, samen met een kunstenaar het onderzoek op een eigen wijze in beeld te laten brengen. Dit mocht ook best kritisch zijn, “Als universiteit hebben wij niet alleen de opdracht om te onderzoeken, maar ook om het maatschappelijk belang daarvan goed te communiceren”. Met de films als resultaat wilde Lotz breed in de samenleving duidelijk maken wat genetische modificatie precies is en wat de voors en tegens zijn.



Adviseur Lidwin van Grunsven benaderde het Dominicus College in Nijmegen, een school die veel aandacht besteedt aan nieuwe media. Ze vroeg filmer Luc Wermers om de leerlingen bij het filmen te begeleiden. Samen met Riff Tjon Eng Soe, biologieleraar op het Dominicus College, Lotz en Wermers bekeek Van Grunsven wat de mogelijkheden waren. “Het leveren van een hoogwaardig product vraagt een investering in tijd. Dat kan het best geborgd worden in de context van het profielwerkstuk. Je hanteert voor een profielwerkstuk dezelfde voorbereiding als voor een documentaire: je moet uitgebreid onderzoek doen.”

Voor de school speelde mee, dat een externe opdrachtgever de status van het profielwerkstuk enorm zou verhogen. Leerlingen werken immers niet uitsluitend voor een goed cijfer, maar bijvoorbeeld ook voor de tevredenheid van een opdrachtgever. Uiteindelijk is het project zo succesvol gebleken, dat het als een pilot kan worden beschouwd en de opmaat kan zijn naar meer van dergelijke vormen van samenwerking.


Proeve van bekwaamheid

In eerste instantie reageerde geen enkele leerling echt enthousiast op de vraag of er belangstelling was om een profielwerkstuk over aardappels te maken. Ze vonden aardappels niet erg sexy of cool. Dat veranderde toen duidelijk werd dat het niet om een standaard uitgeschreven profielwerkstuk ging en dat ze zouden samenwerken met een professionele filmer. Uiteindelijk zijn vijf havoleerlingen en twee vwo-leerlingen met het onderwerp aan de slag gegaan. Havo leerlinge Betül Sisman hoopte stiekem op een gemakkelijk werkstuk, ook omdat er diverse andere partijen bij betrokken waren. Maar dat viel in de praktijk nogal tegen. “We hebben erg veel onderzoek gedaan om de juiste vragen te kunnen stellen. Daarnaast leerde ik ook heel veel van het filmen en de montage. Ik kijk nu anders naar de tv. Ik let bijvoorbeeld veel meer op het perspectief.” Grotendeels verantwoordelijk hiervoor is Luc Wermers, een filmer die onder meer voor de VPRO werkt, maar die ook geregeld via EDU-ART filmworkshops verzorgt op scholen. “Het was mijn taak om de leerlingen te begeleiden in het technische aspect van het filmen, maar ook om erop toe te zien dat zij hun onderzoek en ervaringen toonden in een persoonlijk verhaal. Eerst kregen ze een workshop over filmen, over verschillende soorten shots, maar ook over camerahoogte, rijders en dergelijke dingen meer.”

De verschillende toetsmomenten (opzet en concept) van het profielwerkstuk waren vertaald naar de films. “De leerlingen moesten zelf het scenario schrijven en het storyboard uitwerken in afzonderlijk getekende beelden. Speciaal daarvoor heb ik een tweede workshop gegeven. En zowel het scenario als het storyboard is tussentijds beoordeeld.”

Omdat een profielwerkstuk een proeve van bekwaamheid is, heeft begeleider Tjon Eng Soe, vooral door de inbreng van Wermers, enige twijfels bij het project. “Ik vraag me af of de leerlingen wel genoeg zelf hebben moeten doen.” Sisman reageert daar fel op. “Wij hebben zelf het scenario geschreven en zelf het storyboard gemaakt. Hoe we dat moesten doen hebben we van Luc geleerd. ”Het monteren van de films is weliswaar door Wermers gedaan, maar volgens de aanwijzingen van de leerlingen. “Ik ben met de leerlingen tot twaalf uur ‘s nachts bezig geweest met monteren. Ik heb ze hier en daar laten zien wat ze zouden kunnen doen, maar het zijn steeds hun keuzes geweest. Af en toe moesten we een nieuwe voice-over maken en die hebben ze ter plekke opgenomen.”

De leerlingen vinden ook dat ze er inhoudelijk veel van hebben geleerd. Joppe Buijs, een van de vwo-leerlingen: “Om aan allerlei wetenschappers de juiste vragen te kunnen stellen moet je precies weten hoe het zit. Ik heb misschien wel meer gelezen dan wanneer ik voor een ‘normaal’ profielwerkstuk op internet zou zijn gaan zoeken.” Bert Lotz bevestigt dit. “De leerlingen leverden allemaal een literatuurverslag in. Daarin lieten ze zien dat ze veel van het geleerde goed konden combineren (kennisintegratie).” “Precies”, zegt Buijs, “je kunt zo’n film absoluut niet maken als je niet precies weet waar je het over hebt.”

Discussie


Bert Lotz is blij met het resultaat. “Er zijn drie erg goede films gemaakt, die goed laten zien waar het in dit onderzoeksproject om draait. Daarbij ben ik zeer onder de indruk van de manier waarop de leerlingen hier en daar ingewikkelde zaken inzichtelijk hebben gemaakt. De wijze waarop genetische modificatie wordt uitgebeeld, namelijk door in een DNA-streng van blokjes bruine chocola een blokje (een gen) te vervangen door een wit blokje chocolade, vind ik een hele goede vondst. Vergeleken met de start van het project zie ik dat de leerlingen echt zijn gegroeid en zich goed ontwikkeld hebben.

Lotz vertoont de films nu in een onderwijscontext. “Samen met EDU-ART heb ik steeds benadrukt dat de leerlingen een eigen persoonlijk verhaal zouden vertellen. Ik wilde drie films, die lieten zien hoe jongeren tegen genetische modificatie aankijken. Alle drie de films zijn nu zeer positief over onze onderzoeksaanpak. De leerlingen zijn behoorlijk enthousiast geworden over wat ze gezien en gehoord hebben. Dat roept een interessant spanningsveld op. Schept onze gezamenlijke aanpak op deze wijze een te positieve kijk? Wij zelf vinden van niet, maar deze kritische vraag kan wel gesteld worden. Achteraf gezien hadden de leerlingen misschien hun verhaal nog evenwichter kunnen brengen als ze ook tegengeluiden hadden kunnen verwerken. Daarmee bedoel ik onderbouwde meningen over nadelen van genetische modificatie. Beter had ik de leerlingen ook het telefoonnummer van de campaigner van Greenpeace kunnen geven.” Dit is voor mij een les voor een volgende keer.

Leerling Soeridj Rakhan wil daar wel op reageren. “Wij hebben jullie steeds gezien als opdrachtgever. Dan gaan wij natuurlijk niet vertellen, dat wat jullie doen niet goed is. Maar ik weet ook niet of ik wel een film had willen maken als het allemaal bullshit was.” “Ik baal hier eigenlijk wel een beetje van”, vult Joppe Buijs aan. “Ik heb het onderwerp heel open en kritisch benaderd en heb wel degelijk ook met tegenstanders van gentechnologie gesproken om mijn eigen mening te vormen. Uiteindelijk ben ik tot de conclusie gekomen dat in dit geval genetische modificatie een goede zaak is en dat laat ik in de film zien.”

Lex Plantaz, afdelingsleider vwo van het Dominicus College, die zich gaandeweg meer met het project is gaan bemoeien, is tevreden met de pilot. “Ik zie dat er drie mooie films gemaakt zijn en dat het bovendien drie zeer originele profielwerkstukken zijn. Dus dat is hoopvol. Ook hebben wij als school geleerd hoe je dit soort projecten in de toekomst nog beter kunt begeleiden.

Ook Luc Wermers is opgetogen over het project. “Ik zou het zo weer doen. Ook omdat dit misschien wel de beste films zijn geworden die ik ooit samen met voortgezet onderwijs leerlingen heb gemaakt. En dat terwijl het toch best een ingewikkelde constructie was. EDU-ART werkt in opdracht van de Wageningen UR, ik werk in opdracht van EDU-ART en de leerlingenwerken in opdracht van school aan hun profielwerkstuk. Ik heb geprobeerd om de leerlingen een persoonlijke film te laten maken over hoe zij tegen dit onderzoek aankijken. En volgens mij zijn ze daar goed in geslaagd. Om leerlingen bij het filmen te mogen begeleiden is elke keer weer een enorme uitdaging.”

Filmpjes op You Tube: Pieper Voor People, Wel/Niet & Aardappel Anders

woensdag 17 november 2010

O Fortuna! val ons toe

‘Betawetenschappers vinden het thema Toeval boeiend. Het is daarom niks dan logisch dat vakken als natuur-en wiskunde met beeldende vorming worden gecombineerd.’

Het blijkt tijdens een inspiratiemiddag, half oktober 2010 in museum Het Valkhof in Nijmegen. In samenwerking met het Centrum Beeldende Kunst Gelderland werd door EDU-ART een uitwisseling van ideeën georganiseerd met de scholen. De adviesorganisatie voor cultuureducatie werd in mei door het CBKG benaderd om het educatieve deel te bedenken bij de Biënnale Gelderland.

Edu-art organiseerde daartoe via een netwerk van scholen een aantal bijeenkomsten. Waarbij kennis gemaakt werd met de kunstenaars. De titel van de manifestatie is geworden: “O Fortuna!”. Fortuna, godin van het lot, geluk en ongeluk. O Fortuna! is tevens een lied uit de Carmina Burana van Orff. Alle geselecteerde kunstenaars / ontwerpers komen voorbij met beeld, een korte tekst en een uitspraak over ‘Toeval’. Deze uitspraak is in veel gevallen door de kunstenaar zelf gedaan, in een paar gevallen door de curator Tiziana Nespoli zo omschreven. In een tweede bijeenkomst vertelden de scholen hun plannen. Na de zomer werd dit uitgewerkt, en op de inspiratiedag uitgewisseld.
Lees hierna eventueel meer over de achtergronden in de verslagen van de bijeenkomsten, resp. 20 mei, 24 juni en 9 sept.  


Op het Karel de Grote College te Nijmegen werd door leerlingen gewerkt aan bewegende insekten. Begeleid door kunstenaar Rob Verwer en Beeldend Vormen docent Hans de Leeuw worden er beesten gemaakt uit gebruikte materialen. Allerlei motoren uit oude apparaten worden gebruikt om de meest vreemde bewegingen te maken. Een soort hond die over de grond krabbelt, een springende octopus, een grote rode mier.....
De beelden zijn vanaf 24 november te zien in het Centrum voor Beeldende Kunst te Nijmegen.
Lees hier meer>  


leerlingen 10c Karel de Grote College

Rob Verwer is niet de enige kunstenaar die tijdens de Biënnale op scholen vertoeft. Bruno van Hooijdonk en Lobke Burgers doen een project op het Ulenhof college in Doetinchem en ze is ook uitgenodigd als gastkunstenaar door het NSG Groenewoud in Nijmegen.

Het resultaat is in januari ook nog te zien in het Valkhof. Dan vindt er  weer een netwerk bijeenkomst plaats waar alle produkten gepresenteerd gaan worden. In de evalatie zal bekeken worden in hoeverre de methodiek voor kwaliteitsverbetering  Critical Friends ingezet zou kunnen worden als vervolg. Dit zou dan verder uitgewerkt kunnen worden op de Inspiratiedag Kunsteducatie in een kenniseconomie dat in het najaar van 2011 georganiseerd gaat worden.

 
Lidwin van Grunsven | Hans Mellendijk

dinsdag 16 november 2010

Vergezichten

Fotomontage: © Louis Radstaak

Op de herfstige zondagmiddag, een droog moment tussen de regenbuien door, bevind ik me in een select gezelschap dat ter voorbereiding van een beeld- en poëzieproject tussen Pasen en Pinksteren, de route verkent op landgoed Enghuizen te Hummelo. Beeldende kunstenaars van Het Web en dichters van De Omsmeders herhalen hun samenwerking van voorjaar 2010, maar dan anders en intensiever. Hoe, dat blijft nog even een verrassing. In ieder geval dienen we een plek te bepalen waarmee we iets gaan doen.

Foto: © Bert Scheuter
Als we een kwart van de route gelopen hebben, blijft een groepje op een knooppunt van paden en beken staan. Aandachtig wordt gekeken, naar het bruggetje waarover men net was heengelopen, maar dat nu via de sloot een vergezicht toont in totaal ander perspectief. Hé, is dat niet een spoorbrug? Ik dagdroom stoom, zie een rookpluim. Een trein dendert over de brug hoor in de verte ‘Tuuut, tuuuuut, …. ‘ Louis ziet de eerste gietijzeren brug voor zich: ‘Coalbrokedale'. Piet doet met ‘Kadeng, kadeng’ ook een boon in de pot. ‘Neen, … dat is gejat. Dat is van Guus Meeuwis’, rinkelt Wim een duit in het zakje. De verbeelding kent vele varianten. Ik hoef me er verder niet druk over te maken. De plek blijkt al vergeven. Bert maakt voor de zekerheid toch maar een foto. Het gezelschap loopt gestaag door, af en toe baggerend door de modder. Er vormen zich koppels. Ideeën en adressen worden uitgewisseld. Aan het eind van de middag filosofeer ik bij een streekeigen Bockbiertje uit Rha in De Gouden Karper met Louis en Bert over alternatieve expositievormen. We proosten op de muze, dat ze ons goed gestemd zal zijn.



Met Bert rij ik binnendoor via de Heidenhoek terug. Langs de Halsche vloed, het Boelekeerlspad. We komen te praten over de verrassing van het jaar, de lezing ‘U bevindt zich hier’ die we beide live misten maar dat in maart wel via het wereld wijde web tot ons kwam. Het plan Radix. En besef de parallellen met het gesprek in De Gouden Karper. Radix, het beleidsplan voor de ontwikkeling van hedendaagse kunst in relatie tot het landschap. Paul van der Lee, denker van beroep, beschrijft daarin dat het goed zou zijn om een bepaald deel van de Achterhoek te bestemmen voor worteling van hedendaagse kunst. De lezing waarin hij dit bepleit is hier niet samen te vatten. Daarmee zou ik de met beelden verluchtigde presentatie tekort doen. Ik dien u indien u geïnteresseerd bent geraakt te verwijzen naar een webstee: http://www.planradix.nl/. Weliswaar in aanbouw maar je kunt er het plan lezen. Een pracht verhaal dat start met de Big Bang en dat na vele filosofische omzwervingen landt in de teruggevonden Hof van Eden. Een denklandschap. Het Boelekeerlspad, de nieuwe natuur nabij Zelhem. Vandaar dat ik uitkwam op dit vergezicht. In december verschijnt het eerste nummer van Landinwaarts. Het tijdschrift dat op organische wijze verslag wil doen van Radix. Rustig groeiend los van hype en doel.

Hans Mellendijk

Zie ook: De dans van de krokodil>

Paul van der Lee is als ambtenaar, denker en schrijver, cultureel adviseur en beeldend kunstenaar in de afgelopen twintig jaren bij tal van initiatieven op het gebied van de beeldende kunst betrokken geweest. Terugkerende thema's in zijn werk zijn de nabijheid van de kunstenaar, de regio Achterhoek en de wisselwerking tussen kunstenaar en publiek.





dinsdag 2 november 2010

Revolutie

Het is klein en het ritselt
Zeg nu niet meteen: een kind tussen takken vol kleurrijke herfstbladeren. Daar dacht ik ook aan, en dat is niet het antwoord op dit raadsel. Een kind is klein en bladeren ritselen, dat wel.
Het is klein en het ritselt: dat is de revolutie die gaande is onder de wortels van de samenleving, in de schaduw van volwassen stronken en gedachten. Het is een revolutie zonder grote woorden en slogans.
Geen vernieuwing die via dikke boeken en beleidsvoornemens geïmplementeerd wordt. Geen politiek plan of artistieke provocatie die de media haalt.

Dat is allemaal geweest en voorbij. Vanaf nu is het klein en kernachtig, maar nog steeds een revolutie. Veel dichterbij en krachtiger dan we denken.

Rebels with a cause

Mijn zoontje had onlangs de hik, en hij wist dat zeven slokken water hem daarvan zouden verlossen.
Toch vond hij het moeilijk om in het restaurant te vragen om een glas water. Durf te vragen, zei ik tegen hem, ga naar die vrouw toe en vraag het. Hij deed het uiteindelijk, en toen begreep ik hoe simpel revolutie is. De hik was weg, maar veel belangrijker waren zijn aarzelende stappen naar de oplossing. Hij was klein, hij durfde te vragen. Revolutie is niet roepen en schreeuwen, maar is het lef hebben om klein te zijn en aarzelend die vraag te stellen: mag ik een glas water? waarom? ik heb de hik! En zo begint de revolutie en het lef om te veranderen.


Ik draai een kleine revolutie af

ik draai een kleine mooie revolutie af
ik ben niet langer van land
ik ben weer water
ik draag schuimende koppen op mijn hoofd
ik draag schietende schimmen in mijn hoofd
op mijn rug rust een zeemeermin
op mijn rug rust de wind
de wind en de zeemeermin zingen
de schuimende koppen ruisen
de schietende schimmen vallen


ik draai een kleine mooie ritselende revolutie af
en ik val en ik ruis en ik zing

(lucebert)

Ik zeg niet dat we als samenleving collectief de hik hebben, wel dat poëzie en daadkracht ontbreken. Een kind krijgt de hik als hij te snel en teveel consumeert, hyperventileert als hij teveel lucht binnenkrijgt zonder het te kunnen verwerken. Teveel binnenkrijgt aan prikkels van buiten: al die informatie en stemmen en beelden en bedoelingen. Wat betekent dat allemaal, wat kun je doen? Mijn zoontje had de hik, en hij heeft gelukkig op tijd zijn zeven slokken water durven vragen.

Klik hier voor filmpje>

In februari 2011 worden er zeven dagen georganiseerd op allerlei plaatsen in ons land, zeven dagen die het weer laten ritselen en stromen en bruisen. Zodat we dat collectieve hikgevoel kwijtraken. Die onnatuurlijke oprisping. Weer vrij durven ademen vanuit een diep doorleefd zelfbewustzijn. Dat is een revolutie, een cultuuromslag, een vernieuwing in cultuur en onderwijs. Maar wel klein. Zo klein als de kiem van een kastanje die zich verstopt in de harde grond en in februari naar boven komt, zo onhoudbaar. Het ritselt ondergronds.

En het heet:  http://www.7daysofinspiration.com/.
Is dit de aankondiging van een revolutie? Een diepgaande verandering?

Dat ging vroeger gepaard met geweld, veel geschreeuw en scherpschutters op dakranden. Die scherpschutter heeft ook de hik. Ook hij wil zeven slokken water en zeven dagen inspiratie. Hij heeft er genoeg van. Hij wil weer klein zijn en durven vragen om iets anders: zevenmijlslaarzen in een nieuw verhaal. En dat verhaal begint met een vraag: het is klein en het ritselt.

Leon Muilwijk